Categorieën
Tech & social media

Op het dark web: je bent niet zo anoniem als je denkt te zijn

Op het dark web spelen criminele marktplaatsen, kopers en verkopers voortdurend verstoppertje: met justitie, met INTERPOL en Europol – en met elkaar. En dat alles in relatieve openheid. Een inkijkje.

Op het eerste oog is er niets duisters aan. In veel opzichten lijkt het er als twee druppels water op ’gewoon’ internet. Er zijn webshops, nieuwssites, blogs en wiki’s. Social media bestaan – er zijn alternatieven voor Facebook en de forums van Reddit. Er zijn knipperende advertenties in felle kleuren. Wie niet beter weet, kan denken dat dit ’gewoon’ internet is, maar dan het internet met het uiterlijk van pakweg twintig jaar geleden.

Hoewel de naam in onbruik is geraakt, zijn we in ’Onionland’, een verwijzing naar The Onion Router, kortweg ’Tor’. Op het Tor-netwerk kunnen volkomen anonieme bezoekers volkomen anonieme sites doorbladeren, zonder sporen na te laten. Wat ontbreekt, is een toegangspoort met bewegwijzering naar alles – wat Google of Bing zijn voor het ’gewone’ internet. Een vast adresboek is er niet; netwerken als Tor zijn niet doorzoekbaar zoals het gewone internet.

De BBC en nieuwsorganisatie ProPublica hebben hier een kopie van hun site, speciaal gericht op landen met beperkte persvrijheid, zoals China of Iran. Diplomatieke diensten zoals ambassades gebruiken het Tor-netwerk om veilig te communiceren. En klokkenluiders en dissidenten kunnen hier gegarandeerd anoniem informatie doorspelen naar nieuwsorganisaties.

De anonimiteit heeft ook een keerzijde: het trekt criminaliteit aan als stroop vliegen.

Vandaar de gangbare bijnaam: het dark web. In deze spiegelwereld prijzen handelaars op ’darknet markets’ (DNM’s) in relatieve openheid hun waar aan: vaak drugs, maar ook gestolen creditcards, identiteitspapieren, wapens. Gijzelsoftware wordt hier ook verhandeld, databases met persoonsgegevens en software om te hacken. Dieper weggestopt houden zich hier en op andere darknets – Tor is niet het enige, zie kader – ook de kinderpornonetwerken op. Het gangbare betaalmiddel is cryptogeld.

Moeilijk is het niet, om deze wereld te betreden. De vraag rijst dan ook: hoe kan het dat ’darknet markets’ hier zo openlijk handel kunnen drijven? En wat doen politie en justitie eraan?

Wie wil rondneuzen op Tor, moet weten waar hij moet zijn, of een wegwijzer zoeken. Zoiets zegt bijvoorbeeld de ’Hidden Wiki’ te zijn. Deze wegwijssite (een aanbeveling op een Reddit-forum) lijkt nog het meest op Wikipedia: zwart-wit, simpel, vol met links. Bovenaan staat een link naar een handleiding, in het Engels ’Leer jezelf en je rechten te beschermen, online en offline’.

Onder het kopje ’Financial services’ iets verder naar onder, een opsomming: ’Paypal Bazaar’ biedt Paypal-accounts, ’Real currency’ heeft ’de beste biljetten op de markt’ en ’Top Cards’ verkoopt creditcards en wordt aangeprezen als ’De meest betrouwbare verkoper in de unie!’.

’Bitcoin services, ’financiële producten’, ’escrow’. Wie niet beter weet, kan zich in een bank wanen. Maar vrijwel alles aan deze ’financiële services’ is illegaal. Het gaat hier om gestolen creditcardgegevens, vals geld, gehackte Paypal-accounts. Accounts waar échte mensen écht geld op hebben staan, die hier te koop worden aangeboden. De koper koopt bij deze ’services’ alles wat nodig is om hun geld te stelen.

Lees meer: Voor abonnees | Archief

[Mirjam van der Puijl, Magazine Vrij, 28 augustus 2021]

Categorieën
Tech & social media

Onderzoek: Hoe Turks-nationalistische twittertrollen de PvdA-campagne verstoorden

Dom wicht, poezenvlooi, de goedkoopste hoer op de markt. Tweede Kamerlid Kati Piri (PvdA) kreeg in aanloop naar de verkiezingen te maken met duizenden tweets van Turkse spamaccounts. Hoe Turks-nationalistische prominenten hun volgers kunnen dirigeren tot online intimidatie.

’Je zal oud worden met je lelijke eisen. Je stoutste dromen zullen nooit werkelijkheid worden in Turkije’, twitterde Süleyman Soylu, de Turkse minister van Binnenlandse Zaken op 7 februari. Hij had het tegen Kati Piri, dan nog nummer vijf op de kandidatenlijst van de Partij van de Arbeid (PvdA) voor de Tweede Kamerverkiezingen. Piri heeft net op haar account steun betuigd aan onder meer Turkse studenten van de Boğaziçi Universiteit die zijn opgepakt na protesten.

Kati Piri tweet regelmatig, ze heeft een account sinds ze in 2014 Turkije-rapporteur werd voor het Europees Parlement. Inmiddels heeft ze 65.600 volgers. Op een tweet krijgt Piri soms vier reacties, soms vijftig, in een bijzonder geval honderd.

Maar op 7 februari, als minister Soylu op haar reageert, wordt ze bedolven onder de tweets. Ze krijgt 2.900 reacties, veelal in het Turks. Piri wordt vergeleken met riool, bedorven voedsel en ontoereikend saldo, en terroristenvriend genoemd. ’Koest’ zeggen meerdere tweets, als tegen een hond. Ook ’poezenvlooi’ is populair – ’Kedi Pire’ in het Turks.

Lees meer: Voor abonnees| Archief

[Mirjam van der Puijl en Nina Eshuis, Noordhollands Dagblad, 13 juli 2021]

Categorieën
Overige

Elk jaar vertrekt eenvijfde van de medewerkers uit de jeugdbescherming.
‘Ik dacht enkel: dit wil ik niet meer.’

De jeugdbescherming staat het water aan de lippen. Onderzoek van Follow the Money heeft uitgewezen waar het grote pijnpunt ligt: het enorme personeelsverloop. Ex-medewerkers van de Jeugd- en Gezinsbeschermers geven antwoord op de vraag: waarom vertrokken zij?

Elk jaar moeten de instellingen voor jeugdbescherming rond de twintig procent van het personeelsbestand vervangen. Follow the Money, waar deze krant mee samenwerkt, zocht jeugdbeschermers op in het hele land en zette de cijfers uit jaarverslagen op een rijtje.

Ook de Jeugd- en Gezinsbeschermers, de instelling die in Noord-Holland de meeste zaken onder haar hoede krijgt en bij de start van dit jaar zo’n 1.900 cliënten had, ziet jaarlijks een vijfde van het personeel weggaan. Deze krant sprak met drie van hen.

Waarom ze vertrokken? „De werkdruk.” Vrijwel unaniem zijn jeugdbeschermers erover: de werkdruk in de jeugdbescherming is veel te hoog. Een ogenschijnlijk simpel antwoord, maar daarachter gaat een wereld schuil. Van wachtlijsten bij zorginstellingen, van gesteggel met gemeentes over geld, vechtscheidingen, verzet van ouders, spoedgevallen die alles op zijn kop zetten, en steeds ingewikkeldere problematiek bij gezinnen. En vooral: van kinderen in onveilige situaties die wachten op hulp.

Keuzes

Werkdruk begint bij de ’caseload’: hoeveel kinderen een jeugdbeschermer onder haar hoede heeft, waarbij elk kind een case, een zaak is. Die is, volgens de jeugdbeschermers, structureel te hoog. „Een ideale caseload is zes tot acht gezinnen, dus tien tot vijftien kinderen”, zegt Arina Kruithof, bestuurslid van Jeugdzorg Nederland.

„Ik had er zo’n achttien, negentien”, schat Nanja Bakker, voormalig jeugdbeschermer bij DJGB in Bussum. „En ik werkte 32 uur.” Bij DJGB heeft een jeugdbeschermer formeel zo’n twee uur voor elke zaak. In de praktijk is het veel minder – reistijd, pauzes en besprekingen gaan er bijvoorbeeld nog af. Ook is het werk lang niet altijd planbaar: spoedzaken hebben altijd voorrang, nieuwe zaken kosten meer tijd.

Susan (niet haar echte naam) verruilde in 2017 een andere jeugdzorgbaan voor DJGB. Ook zij kwam voor lastige keuzes te staan. „Je kunt niet alles tegelijk. Degene die je het meeste hoort, daar geef je toch prioriteit aan. Degenen die wat rustiger zijn of wat stiller, die moeten even wachten.” Gemakkelijk was dat niet. „Iedereen die daar rondloopt wil echt iets betekenen. Ik zei altijd tegen gezinnen: het doel is dat ik er niet meer bij ben. Je wil dat mensen zelf verder kunnen, dat ze patronen doorbreken. Dat een kind goed kan opgroeien.”

Aan de slag

Maar door chronisch tijdgebrek blijven sommige zaken simpelweg liggen. Kinderen die onder toezicht zijn gesteld, maar maandenlang geen jeugdbeschermer zien. Of nooit. „Ik heb meegemaakt dat ik zaken kreeg van de wachtlijst waar zes maanden niets mee was gedaan”, zegt Susan. „Dan moet je heel snel aan de slag.” Nanja Bakker herkent die ervaringen. ,,Oh ja, geloof mij.’’

Lees meer: voor abonnees | archief

[Mirjam van der Puijl, Noordhollands Dagblad, 19 juni 2021]

Ineens was het op bij jeugdbeschermer Nanja Bakker. ’Ik ging van crisis naar crisis’

Vijf maanden geleden nam Nanja Bakker plotsklaps het besluit. „Ik weet het nog heel goed. 29 januari. Ik opende mijn mail en las een bericht van een moeder, waar ik het lastig mee had. Ik dacht: ik wil dit niet meer. Later, in de auto naar de rechtbank, dacht ik alleen maar: ik stop ermee. En dat was zo definitief! Ik schrok van mezelf. Ik heb die dag mijn manager gebeld. Die wilde me zien en begon oplossingen te bedenken. Maar ik zei nee, het is klaar. De rek is eruit.”

Lees meer: voor abonnees | archief

[Mirjam van der Puijl, Noordhollands Dagblad, 19 juni 2021]


Categorieën
Vastgoed en ruimtelijke ordening

Onderzoek: Gokken met grond. Hoe speculanten de polder versnipperen en de gemeente buitenspel staat

[Mirjam van der Puijl, Noordhollands Dagblad. 5 juni 2021]

Polders worden door listige handelaren opgekocht, opgeknipt en doorverkocht aan Nederlanders die iets met hun spaargeld willen doen. Tevergeefs hopend dat een gemeente ooit grof geld betaalt voor de grond voor woningbouw. Deze krant duikt in de ondoorzichtige koehandel van kleine stukjes weiland. „Bedrog en oplichting.”

Het is stil in Verloren Eind. Aan weerszijden van de Kwadijk, die uitkomt in dit gehucht, staat af en toe een huis of een boerderij. Hier komt maar weinig verkeer. In een van de weilanden links grazen schapen en paarden, omlijst door de contouren van flats. Op de achtergrond, in het zuiden, begint Purmerend.

Niets wijst erop dat deze rustige grasstrook in Verloren Eind op dit moment het toneel is van een levendige grondhandel, waarbij tientallen kopers handjeklap doen om een eigen ministukje weiland. Iets verderop, in de Purmer, is het stof alweer neergedaald. Na een jaar van onzichtbare hyperactiviteit in 2018 mogen aan de overkant van industrieterrein Baanstee-Noord maar liefst zo’n 500 verschillende eigenaren hun vlag steken in hun eigen lapje grond, van soms niet groter dan tien bij vijftien meter.

Purmerend is het middelpunt van hevige grondspeculatie, die de weilanden rondom de stad tot kleine snippers heeft verknipt. En Purmerend is niet uniek.

In 2019 ontdekte het Financieele Dagblad dat de laatste tien jaar in heel Nederland landbouwgrond versnipperd raakt door speculatie. Op de kaart die het FD maakte op basis van kadasterdata is te zien dat door heel Nederland gewoon uitziende weilanden zijn opgeknipt in ministukjes, met elk een andere eigenaar. Vaak gaat het om buitengebieden, soms zelfs in krimpgemeentes. Ook in Noord- en Zuid-Holland is het een drukte van belang. Heemskerk, Edam, Zaanstad, Medemblik, Leiderdorp, Abcoude, Eemnes, Weesp – allemaal hebben ze verknipt land binnen de gemeentegrenzen.

Waar de speculanten – veelal afkomstig uit de omgeving Haarlem-Heemstede – hebben toegeslagen, heeft iedere vijftien meter gras een andere eigenaar. Die heeft vele malen meer neergeteld dan normaal is voor een stukje landbouwgrond. Alles in de vurige hoop dat een van de omliggende gemeentes nieuwe huizen wil bouwen op juist dát stukje land en hij dat met veel winst kan verkopen.

Die hoop, zeggen specialisten, is ijdel. Sterker nog: terwijl de woningnood stijgt, steekt de versnippering juist een spaak in het wiel van gemeentelijke bouwplannen.

Deze krant onderzocht deze grootschalige grondspeculatie in Noord- en Zuid-Holland. Hoe werkt het? Wie doen het? En: wat zijn de gevolgen?

Lees meer: Voor abonnees | Archief


Welk stukje gras is van jou? Kleingrondbezitters verdelen iedere meter bouwgrond bij Purmerend

Met beloftes van bouwplannen op korte termijn verleidden grondhandelaren kleine investeerders en particulieren om snippertjes landbouwgrond te kopen in de Purmer. Hier was geld te verdienen.

Het is een klein onopvallend bericht, september vorig jaar. De gemeente Edam-Volendam maakte bekend dat ze een voorkeursrecht vestigt op een weiland ten noorden van droogmakerij de Purmer. Industrieterrein Baanstee-Noord begint uit zijn voegen te barsten en de gemeente wil dat graag uitbreiden. Op dit weiland moet het gebeuren. De gemeente behoudt zich het recht voor tot eerste koop.

Sommigen klinkt dit vermoedelijk als muziek in de oren: de kleine speculanten rond Purmerend. In de Purmer, net aan de overkant van de N244, is de weidegrond sinds 2018 volledig opgeknipt. Zo’n vijfhonderd snippers zijn in handen van tweehonderd eigenaars. Ook zuidelijker en naast het Purmerbos is er land verkaveld. En verderop, tussen de N244 en Kwadijk, is het tot op de dag vandaag een drukte van belang. Glanzende folders beloven gouden bergen in het groen rondom Purmerend.

Wat in Purmerend gebeurt, gebeurt overal in het land: grondhandelaren verkopen landbouwgrond in miniem kleine snippers aan particulieren, die wordt voorgespiegeld dat de kans groot is dat erop gebouwd wordt en dan de zilvervloot binnenvaart. Landbouwgrond, die daardoor juist veel lastiger wordt om te ontwikkelen.

Rond Purmerend is meer activiteit dan waar dan ook. Woningbouw is al decennialang een hot issue voor Purmerend, dat historisch gesproken een groeigemeente is en bovendien een die de overloop van Amsterdam opvangt.

De stad heeft 12.000 extra woningen op de planning staan tot 2040 en de vraag lijkt alleen maar te stijgen. Het is dus niet toevallig dat speculanten juist om Purmerend heen hun paaltjes in de grond hebben geslagen.

Dat vond ook ’Pierre’, hij wil niet met zijn echte naam in de krant (’ik ben zelfstandige, ik heb klanten’). Tussen 2010 en 2016 kocht hij van ARMA Projecten – wat nu VGI Vastgoed heet – voor bijna een ton aan snippers in het hele land. Waaronder in 2016 aan de zuidkant van de Purmer, gemeente Waterland. „Grond staat op jouw naam, het is van jouzelf, was het verhaal. Het kan niet in waarde verminderen.”

„Het idee was dat het tussen drie en vijf jaar tot ontwikkeling zou komen. Dan zou de gemeente op de stoep staan. In het contract stond een clausule dat ze zelf een percentage van de opbrengst zouden krijgen.” Dat wekte vertrouwen bij Pierre. Hij kocht het voor zo’n veertig euro per vierkante meter – heel wat meer dan de agrarische prijs. De opbrengst, zo vertelden de verkopers, zou het dubbele zijn.

Lees meer: Voor abonnees | Archief

Categorieën
Overige

Uittocht bij Jeugdbescherming: niet geld is het probleem, maar het verloop van mensen

Niet het geld is het grote probleem bij de Jeugdbescherming, maar het enorme personeelsverloop bij de instellingen. Daardoor zitten honderden kinderen zonder hulp. Dat blijkt uit onderzoek van Follow the Money, dat samenwerkt met deze krant.

Bij de instellingen die de jeugdbescherming uitvoeren is een ongekende personeelsuittocht gaande, becijfert Follow the Money op basis van jaarververslagen en enquêtes. Tussen 2015 en 2019 keerde een vijfde van het personeelsbestand de jeugdbescherming de rug toe. Ongeveer duizend voltijdbanen verdwenen.

Zo hebben bij Jeugdbescherming Amsterdam, dat veel zaken in Noord-Holland voor zijn rekening neemt, in zes jaar tijd 469 personeelsleden opgezegd, terwijl er 357 werknemers nieuw binnenkwamen, een verlies van 112 mensen. „Net als veel andere organisaties hebben wij te maken gehad met krapte op de arbeidsmarkt”, zegt een woordvoerder.

Opvallend is dat, in tegenstelling tot wat de branche zelf vaak suggereert, geld niet het grootste probleem is. Gezamenlijk hebben de veertien instellingen 85,1 miljoen euro op de bank staan, en wisten ze in zes jaar tijd het eigen vermogen met 2,3 miljoen aan te vullen.

Zorgelijk

„De uitstroom is zorgelijk”, zegt Maaike van der Aar van de FNV. „Personeel gaat snel weer weg. Oude rotten in het vak haken inmiddels ook af, waardoor het collectief geheugen verdwijnt.”

Lees meer: voor abonnees | archief

[Mirjam van der Puijl en Ivo Laan, Noordhollands Dagblad, 5 juni 2021]

Categorieën
Energie Overige

Wetenschap: Met een vliegende Tesla naar New York? Vergeet het maar.

Korter vliegen, minder vliegen – anders vliegen. Het klimaatakkoord van Parijs heeft de Europese luchtvaart een nieuwe bestemming gegeven: ’net zero’, een netto CO2-uitstoot van nul in 2050. Maar hoe moet dat dan? Experts werken er hard aan en de experimenten zijn niet van de lucht. „Luchtvaart is een lastige tak van sport om duurzaam te maken.”

Onder groot gejuich werd vorig jaar het eerste elektrische vliegtuigje tot het Nederlandse luchtruim toegelaten, van de Sloveense bouwer Pipistrel. De Velis Electro vervoert precies één passagier. De batterij heeft een bereik van een kleine zeventig kilometer – waarmee het net van vliegveld Hilversum naar Rotterdam kan vliegen, waar het ding geparkeerd staat. Na vijftig minuten moet de Velis weer aan de lader.

Over vijf jaar moet dat verder kunnen, hopen de drie Nederlandse regiovliegvelden Groningen, Eindhoven en Rotterdam/Den Haag. Dan willen ze namelijk de eerste negentien passagiers elektrisch vervoeren, over zo’n tweehonderd kilometer, zo maakten ze vorige week bekend. Ze starten daarom een proef om „een elektrisch vliegtuig de lucht in te krijgen” in 2026 en hopen daaruit te leren wat er op de grond precies nodig is.

Welk vliegtuig ze de lucht in sturen en hoe het precies wordt aangedreven, dat blijft nog even de vraag. Vliegtuigbouwers als Airbus, maar ook nieuwkomers als Eviation en magniX werken allemaal aan prototypes voor elektrische vliegtuigen in verschillende varianten.

Efficiënter

Dat één van de antwoorden op de vraag ’hoe vliegen we duurzamer’ luidt ’elektrisch’, dat is voor sommigen overduidelijk. Elektromotoren zijn schoon en vele malen efficiënter dan brandstofmotoren. De vraag waar luchtvaartwetenschappers zich massaal over buigen is: hoe komen de vliegtuigen aan stroom?

Voor auto’s lijkt dit probleem getackeld. Steeds betere batterijen zorgen voor een steeds grotere actieradius, en ook de infrastructuur van laadpalen groeit. Maar een vliegtuig verbruikt heel veel meer energie. „Voor bijvoorbeeld een veerboot is een accu prima”, zegt Paul Peeters van Breda University. Ooit was hij vliegtuigontwerper bij Fokker; tegenwoordig is hij lector Duurzaam Toerisme en Transport. „Die vaart twintig, dertig kilometer per uur. Maar vliegen moet veel sneller. En met de snelheid neemt het energieverbruik kwadratisch toe.”

Lees verder: voor abonnees | archief

[Mirjam van der Puijl, Slim/Noordhollands Dagblad, 16 april 2021]

Kader: Nieuwe brandstoffen

Vliegtuigen gaan zo’n vijfentwintig jaar mee. Naast elektrische vliegtuigen bestudeert de branche daarom ook nieuwe, niet-fossiele brandstoffen voor de bestaande vloot met verbrandingsmotoren. Die moeten ook minder CO2 produceren.

Zo is er synthetische kerosine, gemaakt door CO2 uit de lucht te halen en te laten reageren met waterstof. Nadeel: productie van synthetische kerosine kost veel energie.

Vooralsnog is de industrie veel bezig met biokerosine, op plantbasis. Dat kan frituurvet zijn, planten, of organisch afval. Volgens studies zou dit de helft tot tachtig procent minder CO2-uitstoot geven dan gewone kerosine. Nadeel is dat productie heel veel ruimte kost. Paul Peeters: ,,Voor het aantal vluchten dat nu vanuit Nederland vertrekt, verstook je met biokerosine in tien jaar de hele Veluwe.’’

En waterstof kan tot slot niet alleen een elektrische motor aandrijven, het kan ook in een verbrandingsmotor. Die is niet compleet emissieloos: bij verbranding komt het schadelijke stikstofoxide en ook waterdamp vrij. Zo’n vliegtuig heeft wel een heel ander ontwerp nodig. Ombouwen is geen optie.


Categorieën
Tech & social media

Verkiezingscampagne 2021: de plakzuil staat online. ’Op Facebook kan alles’

Coronajaar 2021 is bij uitstek het jaar van de online verkiezingscampagne. Die beperkt zich niet tot social media-accounts van politici. Sommige politieke partijen betaalden vanaf september al meer dan honderdduizend euro voor advertenties op platforms als YouTube en Facebook. Onderzoekers waarschuwen voor ’microtargeting’: „Verschillende doelgroepen kunnen volstrekt verschillende berichten krijgen en niemand die het merkt.”

“Voor een democratie is een gemeenschappelijk beeld van de werkelijkheid nodig.”

Floor, een man van middelbare leeftijd, kijkt recht de camera in. Hij staat voor een zalmroze achtergrond die kleurt bij zijn geruite roze sjaal. „Ik kan mezelf niet laten omscholen omdat ik ’maar’ mavo heb en als ik naar de pabo wil, heb ik havo nodig”, zegt hij. Er volgt een close-up van zijn oog. ’Hoe vrij zijn we als Floor de kans niet krijgt om zich om te scholen tot leerkracht?’, komt met zwarte letters in beeld. Dan zien we het groene logo van D66.

Tienduizenden mensen hebben dit filmpje van D66 als advertentie gezien tijdens een YouTube-video. In totaal heeft de partij vanaf september bijna negenhonderd advertenties ingekocht bij moederbedrijf Google, ter waarde van 113 duizend euro. Veertigduizend euro daarvan is afgelopen maand uitgegeven. De advertenties zijn niet alleen in videovorm. Het zijn ook banners met het hoofd van Sigrid Kaag voor op websites en linkjes naar de D66-website die bovenaan verschijnen bij de resultaten van de zoekmachine.

Online banners en reclamefilmpjes vervangen meer en meer de ouderwetse aanplakzuilen en bij gebrek aan mogelijkheden om hun kiezers in levenden lijve te zien, brengen politici hun boodschap online. Maar waar politieke advertenties op televisie een duidelijk labeltje ’zendtijd voor politieke partijen’ krijgen, is de situatie op internet heel wat minder doorzichtig.

Lees meer: Voor abonnees | Archief

[Mirjam van der Puijl en Nina Eshuis, Noordhollands Dagblad, 10 februari 2021]

Categorieën
Tech & social media

Meerderheid partijen én techreuzen tekenen gedragscode politieke reclames. De code is vrijwillig; gehandhaafd wordt er niet

Meerderheid partijen én techreuzen tekenen gedragscode politieke reclames. De code is vrijwillig; gehandhaafd wordt er niet

Geen desinformatie verspreiden, geen nepaccounts of trollen gebruiken, geen advertenties accepteren die betaald zijn door buitenlandse derden.

Een serie vrijwillige gedragsregels voor zowel politieke partijen als techplatforms die dinsdag is gepubliceerd, moet de inzet van online reclame tijdens de verkiezingscampagne netjes houden.

Bijna alle deelnemende partijen in de Kamer onderschrijven de code, met uitzondering van de PVV en FvD. Ook aan de nieuwe partijen die meedoen aan de verkiezingen zal minister Ollongren vragen zich aan de code te committeren, zo schrijft ze aan de Tweede Kamer.

Lees meer: Voor abonnees | Archief

[Mirjam van der Puijl, Noordhollands Dagblad, dinsdag 9 februari 2021]

Categorieën
Tech & social media

Onderzoek: ICT-systemen van de provincies zijn al maanden lek; ’We mogen ervan uitgaan dat we gehackt zijn’

‘Ernstige nalatigheid’, zo oordeelden informatiebeveiligers van de provincies tijdens een topoverleg in december over hun slecht beveiligde ICT-systemen. Dat er problemen waren, was al maanden bekend. Toch hebben de provincies tot dat moment amper ingegrepen. Dat blijkt uit gespreksverslagen in handen van deze krant.

Het gaat om gezamenlijke systemen die in beheer zijn bij uitvoeringsorganisatie BIJ12. Zowel ambtenaren als publiek maken hier gebruik van, bijvoorbeeld voor het opzoeken van zwemwaterkwaliteit of vergunningen voor de veehouderij. Deze week maakten de provincies bekend dat tien van deze systemen offline gehaald omdat ze kwetsbaar zijn.

Lees meer: Voor abonnees | Archief

[Mirjam van der Puijl, Noordhollands Dagblad, vrijdag 29 januari 2021.]

Categorieën
Tech & social media

Privacypartijen: pas op voor ’super-SyRI’. Datakoppeling ’blauwdruk voor meer toeslagenaffaires’

Privacypartijen: pas op voor ’super-SyRI’.
Datakoppeling ’blauwdruk voor meer toeslagenaffaires’

Burgerrechtenorganisaties, de FNV en juristen waarschuwen voor een nieuwe wet die koppeling van gegevens van overheidsinstanties en private partijen mogelijk moet maken. ,,Dit moet je niet willen. Al helemaal niet na de toeslagenaffaire.’’

De Wet gegevensverwerking samenwerkingsverbanden (WGS) regelt dat samenwerkende instanties hun gegevens met elkaar delen voor analyses, onder meer om criminaliteit aan te pakken. Op dit moment werpt de privacywet AVG daar nog blokkades tegen op.

Het wetsvoorstel, dat al ruim twee jaar in de maak is, kwam vlak voor kerst vrij geruisloos door de Tweede Kamer. Dit ondanks verzet van SP, D66 en GroenLinks, die scherpe kritiek uitten en opriepen tot uitstel. Deze week nam de Eerste Kamer het in behandeling.

De coalitie van partijen die een jaar geleden een rechtszaak won tegen het gebruik van het omstreden Systeem Risico Indicatie (SyRI – zie kader), stuurt daarom een brandbrief aan de Eerste Kamer. In de brief spreekt zij van een ’super-SyRI’ en waarschuwt: „Dit is een blauwdruk voor meer toeslagenaffaires.”

Lees meer: Voor abonnees | Archief

[Mirjam van der Puijl, Noordhollands Dagblad, zaterdag 16 januari 2021]