Categorieën
Overige

Hoe Wageningen University & Research in de tang van het bedrijfsleven zit

De universiteit van Wageningen is trots op de banden met het bedrijfsleven. De meest hechte relatie is die met Unilever. Het wetenschappelijk onderzoek dat de multinational medefinanciert zou ‘onafhankelijk’ zijn. Maar Unilever draait bij publiek-private projecten vaak aan de knoppen, ontdekte Het Onderzoekslab.

Een feestje organiseren kun je wel aan Unilever overlaten. De poké bowl met plantaardige Hellmann’s-vinaigrette, de veganistische kaviaar en kipstuckjes van de Vegetarische Slager zien er prachtig uit. Toch zijn het niet de hapjes die in december 2019 de show stelen, maar de locatie: het nieuwe onderzoekscentrum van Unilever op de campus van Wageningen University & Research (WUR, zoals de universiteit tegenwoordig heet) met een prijskaartje van 85 miljoen.

Het hypermoderne Hive Foods Inno­vation Center telt 18.000 vierkante meter met een groot atrium en veel glas, en is gebouwd volgens de laatste duurzaamheidscriteria. De gasten bewonderen de ‘state of the art laboratoria’ en testkeukens, waar mensen in witte jassen in pannen roeren. Unilever-topman Alan Jope en Louise Fresco, voorzitter van de raad van bestuur van WUR, zitten op een bankje. ‘Echt vertrouwen ontstaat wanneer je voelt dat je naar een gemeenschappelijk doel toewerkt,’ zegt Jope in de ‘aftermovie’ die van de opening is gemaakt, te zien op YouTube.

De relatie tussen multinational Unilever en WUR is de afgelopen tien jaar steeds hechter geworden. De banden van WUR met grote bedrijven zijn out in the open: dit is de manifestatie van de ‘gouden driehoek’, de samenwerking tussen de overheid, het bedrijfsleven en kennisinstellingen. De omhelzing reikt tot in de hoogste rangen. WUR-voorzitter Louise Fresco was tot 2017 niet-uitvoerend bestuurslid bij Unilever. Daarnaast betaalt Unilever vier bijzonder hoogleraren aan  WUR, meer dan welk ander bedrijf ook.

Om de banden tussen Unilever en WUR nader te onderzoeken, hebben we gekeken naar de projecten waarin zij samenwerken binnen de Topsector Agri&Food (zie kader aan het eind van dit artikel), projecten waar Unilever en andere bedrijven ongeveer de helft van hebben betaald, de rest is gefinancierd met overheidssubsidie. Twee van die projecten lichten we uit, omdat die de breedte van de samenwerking tussen het kennisinstituut en het bedrijf goed laten zien: Smooth Bite For All, een project dat wordt gezien als fundamentele wetenschap, en Plant Meat Matters, dat geldt als toegepast onderzoek.

De WUR zegt dat de wetenschap die samen met het bedrijfsleven tot stand komt onafhankelijk is, maar uit ons onderzoek blijkt dat bedrijven als Unilever in elke stap van het proces een vinger in de pap hebben. De verantwoordelijkheid voor het bewaken van de wetenschappelijke integriteit wordt bij de individuele onderzoeker gelegd, wiens ruimte om onafhankelijk te opereren steeds kleiner wordt.

Lees meer (voor abonnees)

[Het Onderzoekslab – The Investigative Desk, Vrij Nederland, 23 december 2020]

Het Onderzoekslab
Het Onderzoekslab is een samenwerkingsproject van De Coöperatie, die freelance journalisten faciliteert, en journalistencollectief The Investigative Desk. Ronde 2020/1 bestond uit Irene van den Berg, Michiel van Herpen, Remy Käller, Tim Luimes en Mirjam van der Puijl. Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten (www.fondsbjp.nl).
Categorieën
Overige

Slepen met slib naar de Marker Wadden – waarom slib uit de Amsterdamse haven gebruikt mag worden in een natuurgebied.

Veruit de meeste waterbodems in Nederland zijn vervuild. Toch is hergebruik van – licht vervuild – slib toegestaan en wordt het zelfs aangemoedigd. Een ingewikkelde set regels moet tegengaan dat vervuilende stoffen zich verspreiden, maar valt dat goed te controleren?

„Goedemorgen, we zijn met 400 kuub uit de toegangsgeul van Broekerhaven onderweg. Zijn er ongeveer om half negen.”

Het is februari 2021. Baggerschip Bert vaart eens in de twee, drie dagen naar de Marker Wadden met een lading slib. Slib uit Edam, slib uit Broekerhaven in Bovenkarspel, slib uit Monnickendam. De Bert vaart voor De Jong Zuurmond, een groot bouwbedrijf dat zich specialiseert in waterwegen. De Jong Zuurmond is druk bezig in de omgeving met vaargeulen uitbaggeren, in opdracht van Rijkswaterstaat. De vaargeul van Marken, de vaargeul van de Houtribsluis, de vaargeul in het Eemmeer bij Bunschoten-Spakenburg. De Jong Zuurmond haalt heel wat slib omhoog. Een deel daarvan krijgt als bestemming: de Marker Wadden.

Enorm veel grond en slib zijn nodig voor de aanleg van de natuureilanden van de Marker Wadden. Het grootste deel daarvan komt uit het Markermeer zelf, maar niet alles.

Luchtfoto van de Marker Wadden in aanleg, 2017.
Luchtfoto van de Marker Wadden in aanleg, 2017.© ANP / Bram van de Biezen

Per schip druppelen ook partijen binnen van elders – lading voor lading, van allerlei plekken. De Bert is zeker niet het enige schip dat slib of grond vervoert naar de Wadden, noch het schip met de grootste partijen. Vanuit de aanleg van kade Hoogtij bij de Afrikahaven in Westzaan komt een grote partij grond en slib vrij. De aanleg van Zeeburgereiland levert 60.000 kubieke meter slib op waarvan een deel naar de Wadden gaat, en zelfs komt er wat slib vanuit de Singelgracht in Amsterdam.

Ook de Bert vaart in februari, en in oktober opnieuw, af en aan. Bijna om de dag appt de schipper naar het projectbureau van de Marker Wadden dat hij eraan komt met lading uit een van de projecten van Rijkswaterstaat. „Goedemorgen we zijn weer onderweg met 396 kuub uit de toegangsgeul Marken.” Meestal krijgt hij een duimpje terug, ten teken dat het goed is en hij kan komen. En dan begint het storten, in de ’grondontvangstvoorziening’ voor het slib, die in vakken is verdeeld.

Op 18 februari 2021 stuurt de Bert een appje. „Goedemorgen rond 9 uur zijn we er met 400 kuub uit de toegangsgeul van jachthaven nieuwboer Spakenburg. Zelfde project klasse A”

Pas maanden later blijkt dat dát niet klopt.

Lees meer: voor abonnees | archief

[Mirjam van der Puijl, Noordhollands Dagblad, 27 augustus 2022]

Lees ook: Zijn de Marker Wadden aangelegd met prima grond of ’giftige bagger’? [Annet van Aarsen, 27 augustus 2022]

Categorieën
Tech & social media Vastgoed en ruimtelijke ordening

Onderzoek: Lobby techreuzen was misleidend. Toch hengelde Economische Zaken jarenlang naar energieslurpende datacentra, waarschuwingen over stroomnetwerk in de wind slaand

[Mirjam van der Puijl & Mike Muller, Noordhollands Dagblad/De Telegraaf, 10 november 2021]

De explosieve groei van het aantal datacentra in Nederland is de afgelopen jaren volop gestimuleerd door een actieve internationale lobby van het ministerie van Economische Zaken en Klimaat (EZK). Nu de energieslurpende centra er eenmaal zijn en gewone bedrijven van het stroomnet dreigen te verstoten, krabben overheden zich achter de oren.

Uit documenten die de Telegraaf en deze krant na een Wob-verzoek in handen kregen, komt naar voren dat beleidsmakers zich de afgelopen jaren dikwijls baseerden op informatie van techbedrijven zelf, die door eigen ambtenaren in twijfel wordt getrokken. Ministeriemedewerkers waarschuwen intern dat het ontbreekt aan een goed doorwrochte strategie, waardoor onder andere problemen op het energienetwerk voorkomen kunnen worden.

Uit die vele pagina’s blijkt ook dat EZK al jaren actief internationaal beleid voert om grote multinationals als Facebook en Google naar onze polders te halen. Nog in 2019 stippelt EZK samen met Binnenlandse Zaken een ’Routekaart in 10 stappen tot 2030’ uit voor de datacentra. Die strategie stelt onder meer: ’bestaande hyperscale locaties Middenmeer en Eemshaven dienen verder gefaciliteerd te worden in hun uitbreiding en opgenomen in data- energie- en warmtenetwerken.’ Dat datacentra in heel het land energie slurpen en dit problemen geeft op het stroomnet, wordt opgemerkt als ’kritische succesfactor’, staat in stukken. Hoe en door wie dat moet worden opgelost, blijft onvermeld.

Uit de documenten blijkt ook dat overheden hun ’datacentrahonger’ deels baseerden op documenten die van bedrijven zelf afkomstig zijn of door een lobbyorganisatie zijn geschreven.

Lees meer: Voor abonnees | Archief

Categorieën
Energie

Koersen op kosten, comfort of klimaat? Mirjam wil van het gas af (slot)

Als wij in plaats van voor ‘de kortste terugverdientijd’ gaan voor ‘het absoluut laagste energieverbruik’ – beter voor het klimaat, zekerder op lange termijn – kan dat onze keuzes helemaal veranderen.

Twaalf afleveringen lang ging Mirjam van der Puijl op zoek naar antwoorden op de vraag: hoe haal ik mijn huis van het gas? Inmiddels weet ze het antwoord – of eigenlijk, dat het antwoord helemaal afhangt van wat iemand persoonlijk het belangrijkst vindt. ,,Het lijkt een open deur, maar het is waar.’’

Het antwoord vinden op de vraag ’hoe haal ik mijn huis van het gas’ hoeft echt geen twaalf weken te duren. Al voordat ik hieraan begon, hadden we een adviesrapport in huis waarin stond voor welke oplossingen we het beste konden kiezen. Hulp is niet moeilijk te vinden. Gemeentes en rijksoverheid bieden een keur aan gratis en onafhankelijke adviezen en subsidiëren adviezen op maat, soms ook begeleiding. Initiatieven als de Duurzame Huizen Route geven de gelegenheid om te praten met anderen die inmiddels ervaring hebben opgedaan. Voor wie er zelf echt niet over na wil denken, staan er ook bureaus klaar die een deel of het hele proces uit handen nemen.

Wat alleen niet in ons rapport staat, is waaróm we voor bepaalde oplossingen moeten kiezen. Juist dat heb ik willen delen.

Het waaróm

Het antwoord was bijna altijd: geld. Neem de warmtepomp, die ons in het advies was afgeraden. Ik had aangenomen dat in ons appartement een warmtepomp geen goed idee was. Dat we hem niet kwijt zouden kunnen, of dat we nooit goed genoeg zouden kunnen isoleren.

Dat bleek allemaal niet waar. Warmtepompen zijn het allerefficiëntst. Hoe beter geïsoleerd hoe beter ze verwarmen, maar warmtepompen werken ook bij minder isolatie. En warmtepompen verbruiken relatief de minste energie.

Maar omdat wij nu relatief weinig verstoken, kunnen we op verwarming weinig besparen. De kosten van een warmtepomp verdienen we daarom erg langzaam terug. De lagere aanschafkosten van infraroodverwarming daarentegen, zijn veel sneller terugverdiend.

Is daarmee een warmtepomp een slechtere oplossing dan infraroodverwarming? Voor onze portemonnee onderaan de streep wel, maar voor ons energieverbruik niet. En dat is niet hetzelfde.

Veel duurzaamheidsadviezen vermelden niet dat het ultieme criterium voor ‘de beste oplossing’ meestal ‘geld’ is – terugverdientijd. Het toverwoord is ’bespaarpotentieel’ en dat wordt, zo leerde ik, bijna altijd uitgedrukt in geld.

Maar met alle subsidieregelingen en prijsveranderingen van het moment kunnen kostenplaatjes juist een onzekere factor zijn. Als wij in plaats van voor ‘de kortste terugverdientijd’ gaan voor ‘het absoluut laagste energieverbruik’ – beter voor het klimaat, zekerder op lange termijn – kan dat onze keuzes helemaal veranderen. Dan kiezen we, tegen het advies in, misschien toch voor de warmtepomp.

Zo kwam ik meer voorbeelden tegen. Ons advies raadde ons aan om dubbelglas ramen te vervangen ’voor het comfort’. Wat dat eigenlijk betekende, ontdekte ik, was dat het ons weinig kostenbesparing zou opleveren. Glas isoleert sowieso slecht, en glas is duur. Maar een kamer met modern glas leeft heel veel prettiger. Kiezen we dus niet voor ’terugverdienen’ maar voor ’comfort’, dan maken we andere keuzes.

Zeggen dat die overweging heel persoonlijk is lijkt een open deur intrappen, maar het is waar.

Keuzehulp

Daarbij hebben we gelukkig altijd een keuzehulp voor meer vastigheid: er valt altijd iets te berekenen. In deze tak van sport is alles uit te drukken in een getal. Is het niet energieverbruik, of geld, dan is het isolatiewaarde of ’coëfficiënt of performance’ (ja, echt) van een warmtepomp. Rekenmachines bij de hand, dus. In ons land is ooit gekozen voor aardgas in huizen met alle installaties van dien, omdat we er zo veel van hadden. Dat was een goedkope manier van stoken – hoewel niet per se de efficiëntste – die enorme invloed heeft gehad op hoe onze huizen eruitzien. Nu het op raakt en we op zoek moeten naar andere oplossingen, kom ik erachter dat sommige van die oplossingen er altijd al waren.

Sinds deze zoektocht bekijk ik daarom mijn huis, gebouwd voordat aardgas zijn intrede deed, met andere ogen. Een cv-installatie, met buizen en radiatoren, neemt een schat aan ruimte in beslag, net als een warmwaterboiler. Waarom zou ik dat nog willen als het anders kan? Onze ouderwetse kamers-en-suite zijn eigenlijk heel slim: wel de ruimte, maar de helft van de verwarming. Kunnen we daar optimaal gebruik van maken?

Tot slot: heel wat onderwerpen heb ik links moeten laten liggen. Warmtenetten, bijvoorbeeld, en thuisbatterijen. Het belang van ventilatie. Of het verschil tussen luchtwarmtepompen en aardwarmtepompen. Belangrijker nog: dit zijn adviezen voor huiseigenaren, maar hoe werkt dit eigenlijk voor huurders? En hoe gaan woningbouwcorporaties hiermee om?

Nieuwe vragen voor nieuwe zoektochten.

Lezersreacties op deze serie

Lees hier de hele 12-delige serie (voor abonnees)

Categorieën
Tech & social media

Onderzoek: Hoe Turks-nationalistische twittertrollen de PvdA-campagne verstoorden

Dom wicht, poezenvlooi, de goedkoopste hoer op de markt. Tweede Kamerlid Kati Piri (PvdA) kreeg in aanloop naar de verkiezingen te maken met duizenden tweets van Turkse spamaccounts. Hoe Turks-nationalistische prominenten hun volgers kunnen dirigeren tot online intimidatie.

’Je zal oud worden met je lelijke eisen. Je stoutste dromen zullen nooit werkelijkheid worden in Turkije’, twitterde Süleyman Soylu, de Turkse minister van Binnenlandse Zaken op 7 februari. Hij had het tegen Kati Piri, dan nog nummer vijf op de kandidatenlijst van de Partij van de Arbeid (PvdA) voor de Tweede Kamerverkiezingen. Piri heeft net op haar account steun betuigd aan onder meer Turkse studenten van de Boğaziçi Universiteit die zijn opgepakt na protesten.

Kati Piri tweet regelmatig, ze heeft een account sinds ze in 2014 Turkije-rapporteur werd voor het Europees Parlement. Inmiddels heeft ze 65.600 volgers. Op een tweet krijgt Piri soms vier reacties, soms vijftig, in een bijzonder geval honderd.

Maar op 7 februari, als minister Soylu op haar reageert, wordt ze bedolven onder de tweets. Ze krijgt 2.900 reacties, veelal in het Turks. Piri wordt vergeleken met riool, bedorven voedsel en ontoereikend saldo, en terroristenvriend genoemd. ’Koest’ zeggen meerdere tweets, als tegen een hond. Ook ’poezenvlooi’ is populair – ’Kedi Pire’ in het Turks.

Lees meer: Voor abonnees| Archief

[Mirjam van der Puijl en Nina Eshuis, Noordhollands Dagblad, 13 juli 2021]

Categorieën
Overige

Elk jaar vertrekt eenvijfde van de medewerkers uit de jeugdbescherming.
‘Ik dacht enkel: dit wil ik niet meer.’

De jeugdbescherming staat het water aan de lippen. Onderzoek van Follow the Money heeft uitgewezen waar het grote pijnpunt ligt: het enorme personeelsverloop. Ex-medewerkers van de Jeugd- en Gezinsbeschermers geven antwoord op de vraag: waarom vertrokken zij?

Elk jaar moeten de instellingen voor jeugdbescherming rond de twintig procent van het personeelsbestand vervangen. Follow the Money, waar deze krant mee samenwerkt, zocht jeugdbeschermers op in het hele land en zette de cijfers uit jaarverslagen op een rijtje.

Ook de Jeugd- en Gezinsbeschermers, de instelling die in Noord-Holland de meeste zaken onder haar hoede krijgt en bij de start van dit jaar zo’n 1.900 cliënten had, ziet jaarlijks een vijfde van het personeel weggaan. Deze krant sprak met drie van hen.

Waarom ze vertrokken? „De werkdruk.” Vrijwel unaniem zijn jeugdbeschermers erover: de werkdruk in de jeugdbescherming is veel te hoog. Een ogenschijnlijk simpel antwoord, maar daarachter gaat een wereld schuil. Van wachtlijsten bij zorginstellingen, van gesteggel met gemeentes over geld, vechtscheidingen, verzet van ouders, spoedgevallen die alles op zijn kop zetten, en steeds ingewikkeldere problematiek bij gezinnen. En vooral: van kinderen in onveilige situaties die wachten op hulp.

Keuzes

Werkdruk begint bij de ’caseload’: hoeveel kinderen een jeugdbeschermer onder haar hoede heeft, waarbij elk kind een case, een zaak is. Die is, volgens de jeugdbeschermers, structureel te hoog. „Een ideale caseload is zes tot acht gezinnen, dus tien tot vijftien kinderen”, zegt Arina Kruithof, bestuurslid van Jeugdzorg Nederland.

„Ik had er zo’n achttien, negentien”, schat Nanja Bakker, voormalig jeugdbeschermer bij DJGB in Bussum. „En ik werkte 32 uur.” Bij DJGB heeft een jeugdbeschermer formeel zo’n twee uur voor elke zaak. In de praktijk is het veel minder – reistijd, pauzes en besprekingen gaan er bijvoorbeeld nog af. Ook is het werk lang niet altijd planbaar: spoedzaken hebben altijd voorrang, nieuwe zaken kosten meer tijd.

Susan (niet haar echte naam) verruilde in 2017 een andere jeugdzorgbaan voor DJGB. Ook zij kwam voor lastige keuzes te staan. „Je kunt niet alles tegelijk. Degene die je het meeste hoort, daar geef je toch prioriteit aan. Degenen die wat rustiger zijn of wat stiller, die moeten even wachten.” Gemakkelijk was dat niet. „Iedereen die daar rondloopt wil echt iets betekenen. Ik zei altijd tegen gezinnen: het doel is dat ik er niet meer bij ben. Je wil dat mensen zelf verder kunnen, dat ze patronen doorbreken. Dat een kind goed kan opgroeien.”

Aan de slag

Maar door chronisch tijdgebrek blijven sommige zaken simpelweg liggen. Kinderen die onder toezicht zijn gesteld, maar maandenlang geen jeugdbeschermer zien. Of nooit. „Ik heb meegemaakt dat ik zaken kreeg van de wachtlijst waar zes maanden niets mee was gedaan”, zegt Susan. „Dan moet je heel snel aan de slag.” Nanja Bakker herkent die ervaringen. ,,Oh ja, geloof mij.’’

Lees meer: voor abonnees | archief

[Mirjam van der Puijl, Noordhollands Dagblad, 19 juni 2021]

Ineens was het op bij jeugdbeschermer Nanja Bakker. ’Ik ging van crisis naar crisis’

Vijf maanden geleden nam Nanja Bakker plotsklaps het besluit. „Ik weet het nog heel goed. 29 januari. Ik opende mijn mail en las een bericht van een moeder, waar ik het lastig mee had. Ik dacht: ik wil dit niet meer. Later, in de auto naar de rechtbank, dacht ik alleen maar: ik stop ermee. En dat was zo definitief! Ik schrok van mezelf. Ik heb die dag mijn manager gebeld. Die wilde me zien en begon oplossingen te bedenken. Maar ik zei nee, het is klaar. De rek is eruit.”

Lees meer: voor abonnees | archief

[Mirjam van der Puijl, Noordhollands Dagblad, 19 juni 2021]


Categorieën
Vastgoed en ruimtelijke ordening

Onderzoek: Gokken met grond. Hoe speculanten de polder versnipperen en de gemeente buitenspel staat

[Mirjam van der Puijl, Noordhollands Dagblad. 5 juni 2021]

Polders worden door listige handelaren opgekocht, opgeknipt en doorverkocht aan Nederlanders die iets met hun spaargeld willen doen. Tevergeefs hopend dat een gemeente ooit grof geld betaalt voor de grond voor woningbouw. Deze krant duikt in de ondoorzichtige koehandel van kleine stukjes weiland. „Bedrog en oplichting.”

Het is stil in Verloren Eind. Aan weerszijden van de Kwadijk, die uitkomt in dit gehucht, staat af en toe een huis of een boerderij. Hier komt maar weinig verkeer. In een van de weilanden links grazen schapen en paarden, omlijst door de contouren van flats. Op de achtergrond, in het zuiden, begint Purmerend.

Niets wijst erop dat deze rustige grasstrook in Verloren Eind op dit moment het toneel is van een levendige grondhandel, waarbij tientallen kopers handjeklap doen om een eigen ministukje weiland. Iets verderop, in de Purmer, is het stof alweer neergedaald. Na een jaar van onzichtbare hyperactiviteit in 2018 mogen aan de overkant van industrieterrein Baanstee-Noord maar liefst zo’n 500 verschillende eigenaren hun vlag steken in hun eigen lapje grond, van soms niet groter dan tien bij vijftien meter.

Purmerend is het middelpunt van hevige grondspeculatie, die de weilanden rondom de stad tot kleine snippers heeft verknipt. En Purmerend is niet uniek.

In 2019 ontdekte het Financieele Dagblad dat de laatste tien jaar in heel Nederland landbouwgrond versnipperd raakt door speculatie. Op de kaart die het FD maakte op basis van kadasterdata is te zien dat door heel Nederland gewoon uitziende weilanden zijn opgeknipt in ministukjes, met elk een andere eigenaar. Vaak gaat het om buitengebieden, soms zelfs in krimpgemeentes. Ook in Noord- en Zuid-Holland is het een drukte van belang. Heemskerk, Edam, Zaanstad, Medemblik, Leiderdorp, Abcoude, Eemnes, Weesp – allemaal hebben ze verknipt land binnen de gemeentegrenzen.

Waar de speculanten – veelal afkomstig uit de omgeving Haarlem-Heemstede – hebben toegeslagen, heeft iedere vijftien meter gras een andere eigenaar. Die heeft vele malen meer neergeteld dan normaal is voor een stukje landbouwgrond. Alles in de vurige hoop dat een van de omliggende gemeentes nieuwe huizen wil bouwen op juist dát stukje land en hij dat met veel winst kan verkopen.

Die hoop, zeggen specialisten, is ijdel. Sterker nog: terwijl de woningnood stijgt, steekt de versnippering juist een spaak in het wiel van gemeentelijke bouwplannen.

Deze krant onderzocht deze grootschalige grondspeculatie in Noord- en Zuid-Holland. Hoe werkt het? Wie doen het? En: wat zijn de gevolgen?

Lees meer: Voor abonnees | Archief


Welk stukje gras is van jou? Kleingrondbezitters verdelen iedere meter bouwgrond bij Purmerend

Met beloftes van bouwplannen op korte termijn verleidden grondhandelaren kleine investeerders en particulieren om snippertjes landbouwgrond te kopen in de Purmer. Hier was geld te verdienen.

Het is een klein onopvallend bericht, september vorig jaar. De gemeente Edam-Volendam maakte bekend dat ze een voorkeursrecht vestigt op een weiland ten noorden van droogmakerij de Purmer. Industrieterrein Baanstee-Noord begint uit zijn voegen te barsten en de gemeente wil dat graag uitbreiden. Op dit weiland moet het gebeuren. De gemeente behoudt zich het recht voor tot eerste koop.

Sommigen klinkt dit vermoedelijk als muziek in de oren: de kleine speculanten rond Purmerend. In de Purmer, net aan de overkant van de N244, is de weidegrond sinds 2018 volledig opgeknipt. Zo’n vijfhonderd snippers zijn in handen van tweehonderd eigenaars. Ook zuidelijker en naast het Purmerbos is er land verkaveld. En verderop, tussen de N244 en Kwadijk, is het tot op de dag vandaag een drukte van belang. Glanzende folders beloven gouden bergen in het groen rondom Purmerend.

Wat in Purmerend gebeurt, gebeurt overal in het land: grondhandelaren verkopen landbouwgrond in miniem kleine snippers aan particulieren, die wordt voorgespiegeld dat de kans groot is dat erop gebouwd wordt en dan de zilvervloot binnenvaart. Landbouwgrond, die daardoor juist veel lastiger wordt om te ontwikkelen.

Rond Purmerend is meer activiteit dan waar dan ook. Woningbouw is al decennialang een hot issue voor Purmerend, dat historisch gesproken een groeigemeente is en bovendien een die de overloop van Amsterdam opvangt.

De stad heeft 12.000 extra woningen op de planning staan tot 2040 en de vraag lijkt alleen maar te stijgen. Het is dus niet toevallig dat speculanten juist om Purmerend heen hun paaltjes in de grond hebben geslagen.

Dat vond ook ’Pierre’, hij wil niet met zijn echte naam in de krant (’ik ben zelfstandige, ik heb klanten’). Tussen 2010 en 2016 kocht hij van ARMA Projecten – wat nu VGI Vastgoed heet – voor bijna een ton aan snippers in het hele land. Waaronder in 2016 aan de zuidkant van de Purmer, gemeente Waterland. „Grond staat op jouw naam, het is van jouzelf, was het verhaal. Het kan niet in waarde verminderen.”

„Het idee was dat het tussen drie en vijf jaar tot ontwikkeling zou komen. Dan zou de gemeente op de stoep staan. In het contract stond een clausule dat ze zelf een percentage van de opbrengst zouden krijgen.” Dat wekte vertrouwen bij Pierre. Hij kocht het voor zo’n veertig euro per vierkante meter – heel wat meer dan de agrarische prijs. De opbrengst, zo vertelden de verkopers, zou het dubbele zijn.

Lees meer: Voor abonnees | Archief

Categorieën
Overige

Uittocht bij Jeugdbescherming: niet geld is het probleem, maar het verloop van mensen

Niet het geld is het grote probleem bij de Jeugdbescherming, maar het enorme personeelsverloop bij de instellingen. Daardoor zitten honderden kinderen zonder hulp. Dat blijkt uit onderzoek van Follow the Money, dat samenwerkt met deze krant.

Bij de instellingen die de jeugdbescherming uitvoeren is een ongekende personeelsuittocht gaande, becijfert Follow the Money op basis van jaarververslagen en enquêtes. Tussen 2015 en 2019 keerde een vijfde van het personeelsbestand de jeugdbescherming de rug toe. Ongeveer duizend voltijdbanen verdwenen.

Zo hebben bij Jeugdbescherming Amsterdam, dat veel zaken in Noord-Holland voor zijn rekening neemt, in zes jaar tijd 469 personeelsleden opgezegd, terwijl er 357 werknemers nieuw binnenkwamen, een verlies van 112 mensen. „Net als veel andere organisaties hebben wij te maken gehad met krapte op de arbeidsmarkt”, zegt een woordvoerder.

Opvallend is dat, in tegenstelling tot wat de branche zelf vaak suggereert, geld niet het grootste probleem is. Gezamenlijk hebben de veertien instellingen 85,1 miljoen euro op de bank staan, en wisten ze in zes jaar tijd het eigen vermogen met 2,3 miljoen aan te vullen.

Zorgelijk

„De uitstroom is zorgelijk”, zegt Maaike van der Aar van de FNV. „Personeel gaat snel weer weg. Oude rotten in het vak haken inmiddels ook af, waardoor het collectief geheugen verdwijnt.”

Lees meer: voor abonnees | archief

[Mirjam van der Puijl en Ivo Laan, Noordhollands Dagblad, 5 juni 2021]

Categorieën
Tech & social media

Onderzoek: ICT-systemen van de provincies zijn al maanden lek; ’We mogen ervan uitgaan dat we gehackt zijn’

‘Ernstige nalatigheid’, zo oordeelden informatiebeveiligers van de provincies tijdens een topoverleg in december over hun slecht beveiligde ICT-systemen. Dat er problemen waren, was al maanden bekend. Toch hebben de provincies tot dat moment amper ingegrepen. Dat blijkt uit gespreksverslagen in handen van deze krant.

Het gaat om gezamenlijke systemen die in beheer zijn bij uitvoeringsorganisatie BIJ12. Zowel ambtenaren als publiek maken hier gebruik van, bijvoorbeeld voor het opzoeken van zwemwaterkwaliteit of vergunningen voor de veehouderij. Deze week maakten de provincies bekend dat tien van deze systemen offline gehaald omdat ze kwetsbaar zijn.

Lees meer: Voor abonnees | Archief

[Mirjam van der Puijl, Noordhollands Dagblad, vrijdag 29 januari 2021.]