Categorieën
Tech & social media

Verkiezingscampagne 2021: de plakzuil staat online. ’Op Facebook kan alles’

Coronajaar 2021 is bij uitstek het jaar van de online verkiezingscampagne. Die beperkt zich niet tot social media-accounts van politici. Sommige politieke partijen betaalden vanaf september al meer dan honderdduizend euro voor advertenties op platforms als YouTube en Facebook. Onderzoekers waarschuwen voor ’microtargeting’: „Verschillende doelgroepen kunnen volstrekt verschillende berichten krijgen en niemand die het merkt.”

“Voor een democratie is een gemeenschappelijk beeld van de werkelijkheid nodig.”

Floor, een man van middelbare leeftijd, kijkt recht de camera in. Hij staat voor een zalmroze achtergrond die kleurt bij zijn geruite roze sjaal. „Ik kan mezelf niet laten omscholen omdat ik ’maar’ mavo heb en als ik naar de pabo wil, heb ik havo nodig”, zegt hij. Er volgt een close-up van zijn oog. ’Hoe vrij zijn we als Floor de kans niet krijgt om zich om te scholen tot leerkracht?’, komt met zwarte letters in beeld. Dan zien we het groene logo van D66.

Tienduizenden mensen hebben dit filmpje van D66 als advertentie gezien tijdens een YouTube-video. In totaal heeft de partij vanaf september bijna negenhonderd advertenties ingekocht bij moederbedrijf Google, ter waarde van 113 duizend euro. Veertigduizend euro daarvan is afgelopen maand uitgegeven. De advertenties zijn niet alleen in videovorm. Het zijn ook banners met het hoofd van Sigrid Kaag voor op websites en linkjes naar de D66-website die bovenaan verschijnen bij de resultaten van de zoekmachine.

Online banners en reclamefilmpjes vervangen meer en meer de ouderwetse aanplakzuilen en bij gebrek aan mogelijkheden om hun kiezers in levenden lijve te zien, brengen politici hun boodschap online. Maar waar politieke advertenties op televisie een duidelijk labeltje ’zendtijd voor politieke partijen’ krijgen, is de situatie op internet heel wat minder doorzichtig.

Lees meer: Voor abonnees | Archief

[Mirjam van der Puijl en Nina Eshuis, Noordhollands Dagblad, 10 februari 2021]